Studenten verpleegkunde
Verhaal

Eerstejaarsstudenten verpleegkunde eerste keer op stage

De eerstejaarsstudenten van onze opleiding verpleegkunde lopen nu voor de eerste keer stage. Voor velen toch een bijzondere ervaring en een eerste echte kennismaking met het beroep van verpleegkundige.

Linus Dherdt loopt vier weken stage in woonzorgcentrum Hestia in Wemmel. Hij zit nu in zijn derde stageweek en vindt het tot nu een erg boeiende ervaring. Al was de start eerder aarzelend: “Bij het begin van de stage voelde ik me toch wat onwennig. Je weet niet altijd meteen wat je moet doen. Sommige zorgvragers worden graag aangesproken, andere liever niet. Je moet ook nog wat op zoek gaan naar het ritme van de dag, de werking van het woonzorgcentrum. Maar eens ik het ritme te pakken had en de mensen me wat leerden kennen, liep het erg vlot.” 

Oude mensjes bij elkaar

Linus had bij de start van zijn stage een bepaald beeld over de geriatrie. Een beeld dat hij na twee stageweken helemaal heeft bijgesteld: “Wanneer ik aan geriatrie dacht, dacht ik aan oude mensjes bij elkaar. Patiënten waar je eigenlijk niet veel kan mee doen of die enkel passief blijven en verzorging nodig hebben. Ik heb echt gemerkt dat er veel meer dan dat bij komt kijken. De mensen zijn hier ook vaak supervriendelijk en enorm dankbaar wanneer je hen hebt kunnen verder helpen. Als je hun kamer binnenwandelt, dan fleuren ze helemaal op. Ze beladen je een hele dag met kleine cadeautjes. Moest ik alle chocolaatjes en koekjes die ik toegestopt krijg allemaal opeten, dan was ik al een paar kilo aangekomen.”

Totaal anders dan studeren

Stage lopen is een compleet andere wereld dan studeren. Linus vat het als volgt samen: “Tijdens het studeren zitten we vaak de hele dag op onze stoel, dan is hier wel even anders. Ik loop hier aardig wat kilometers af en ben wel fysiek bezig. Ik ben zelf erg sportief, maar op het einde van de dag ben ik toch moe.
De dag start ’s ochtends met een briefing. De ploeg van de nacht vertelt dan hoe de nacht was en welke bewoners eventueel extra zorgen nodig hebben. We overlopen patiënten met specifieke noden. Daarna gaan we de bewoners wekken en helpen we ze in bad of in de douche. Daarna brengen we hun eten naar de kamer of brengen we hen naar de groep waarmee ze eten. Dan is het tijd om af te ruimen, eventueel te helpen bij toiletbezoek en de bedden opnieuw op te maken. Wanneer dat is afgelopen, is het al ver middag en tijd om opnieuw te eten.”

Speciale naam

De naam Linus zorgt voor wat extra aandacht: “Ik heb een naam die niet zo vaak voorkomt en daardoor kennen bewoners we al meteen wat sneller. Dat is wel leuk want zo kan ik sneller een band scheppen. Communiceren met patiënten is toch een uitdaging. Bij sommigen gaat het heel vlot, maar anderen spreken een andere taal of kunnen nog moeilijk praten. Toch geeft het veel voldoening om ook bij patiënten die moeilijk kunnen communiceren een grote glimlach op hun mond te zien.”
 

Deel dit